Notre Dame

045-5327711

Geschiedenis van de kathedraal

De plek waar de kathedraal staat heeft een rijke geschiedenis; eronder bevinden zich de ruïnes van een Gallo-Romeinse Jupitertempel, een kerk uit de 4e eeuw en een basiliek uit de 6e eeuw. In de fundamenten ervan zijn twaalf stenen gevonden die oorspronkelijk in een Romeinse tempel waren gebruikt. In de 12e eeuw was de basiliek van St.-Denis naar de kroon te steken. Paus Alexander III legde in 1163 de eerste steen van wat een van de pronkstukken uit de Franse gotische bouwkunst zou worden. Het werk schoot goed op dankzij de ruime giften die Sully loskreeg van de koning, de kerk, de adel en de armen. Eenmaal voltooid overtrof de kathedraal alle religieuze architectuur in het Île de France en had een diepgaand effect in heel Europa. 

De Restauratie van de Notre-Dame

Het huidige aanzien van de Notre-Dame is grotendeels het resultaat van de 19e-eeuwse restauraties. In de 17e en 18e eeuw was de gotische stijl niet in de mode en als gevolg daarvan heeft de kathedraal veel te lijden gehad. Onder Lodewijk XIV werd het koorhek grotendeels weggehaald, de 13e-eeuwse glas-in-loodramen vervangen door helder met blauw en goud afgezet glas en verdwenen de graftombes. Een fragment van het koorhek, ‘La descente aux Limbes’. Het bevindt zich in het Louvre.

Tijdens de Revolutie werd de kerk geplunderd en getransformeerd tot Tempel van de Rede. Revolutionairen smolten de kerkschatten om, brandden de vlam van de vrijheid op het altaar en vernielden – in de misvatting dat ze de koningen van Frankrijk voorstelden – de 28 beelden van de koningen van Judea van de koningsgalerij aan de westelijke gevel. Als door een wonder werden 21 hoofden later teruggevonden; ze worden nu bewaard in het Musee de Cluny. Het hoofd van koning David bevindt zich in het metropolitan Museum of Art in New York
In 1804 was de kathedraal zo vervallen dat toen Napoleon I er zichzelf tot keizer kroonde, enorme tapijten en draperieën de bouwvalligheid moesten maskeren en er plannen voor de sloop werden gemaakt.

Zoals Victor Hugo in 1831 in zijn Notre-dame de Paris schreef: “Op het gelaat van deze koningin van onze kathedralen zult u naast een rimpel altijd een litteken vinden. Tempus edax, homo edacior. Wat ik vrij zou willen vertalen met: De tijd is blind, de mens is dom.” Hugo’s boek droeg ertoe bij dat de kerk behouden bleef en de restauratie ter hand werd genomen. 
De 19e-eeuwse architect Eugene Viollet-le-Duc besteedde bijna twintig jaar aan de restauratie aan de beelden en het glas, hoewel zijn inspanningen ook kritiek uitlokten. Hij voegde de met gracieuze bloemenmotieven versierde torenspits toe en verving de beelden aan de westelijke gevel en het zuidelijke transept. 

Portalen

Drie portalen luisteren de westelijke gevel op. Van links naar rechts vertegenwoordigen ze de Maagd Maria, het laatste Oordeel en de heilige Anna. De beelden die de portalen versieren waren ooit in heldere kleuren geschilderd en staken af tegen een vergulde achtergrond. Het annaportaal bevat de oudste beelden, uit circa 1170.
Boven de portalen rijzen twee elegante torens op.

Cathédrale Notre-Dame de Paris

Naast de Eiffeltoren is de Notre-Dame het symbool van Parijs. Evenals de stad is de kerk ontstaan aan de oevers van de Seine, met een magnifieke westelijke gevel die oprijst al ‘een van de grootste symfonie van steen’ zoals Victor Hugo hem omschreef.

Praktische informatie

Adres

6, Place du parvis-Notre-Dame
75004, Parijs

Openingstijden

Maandag t/m vrijdag geopend van 08.00 - 18.45

Zaterdag en zondag geopend van 08.00 - 19.15 

Schatkamer geopend van 09.30 - 18.00

Openbaar Vervoer

Metro: Cite
RER: Châtelet-Les Halles, Saint Michel-Notre Dame
Bus: 21, 24, 27, 38, 47, 85, 96